Op 8 november was er een bijeenkomst georganiseerd omtrent het regelen van zaken rondom het levenseinde. Waarbij vragen door mantelzorgers centraal zouden komen te staan. Hier was onvoldoende belangstelling voor, daarom hebben we het moeten afzeggen. 1 mantelzorgerster wilde wel haar ervaring hierover delen, omdat zij het belangrijk vindt om mensen te helpen over deze drempel te stappen.
Ervaringsverhaal van een mantelzorger in Westerveld
Mevrouw zorgt al heel wat jaren voor haar man. Hij is chronisch ziek. Het sleept wat voort. Het gaat zoals het gaat. Mevrouw vindt, dat ze voor hem moet zorgen, daar zeur je niet over, dat doe je gewoon. Totdat ze zelf afgelopen zomer ineens uit viel. Oeps, wat nu. Hoe moet het nu met haar man? Voordat ze hier goed en wel over na had kunnen denken komt er een gesprek met de huisarts. Haar man is uitbehandeld. Het is nu zorgen dat hij het nog zo goed mogelijk heeft. Alles bij elkaar gaf dat nogal een domper. Maar ook een zetje om te zorgen dat het naderende einde besproken zou moeten worden. Dat was moeilijk, omdat hij dat niet zo graag deed. Hij is geen prater en vond het maar eng. Maar zelf was ze wel toe aan het nemen van besluiten. Doordat de prognose zo duidelijk hardop, door de huisarts was benoemd was dit het goede moment, vond ze. Zo wilden ze het graag hebben over wel of niet euthanasie. Dat moet hij toch zelf bespreken met de huisarts, nu het nog kan. Hoe lang wil hij doorbehandeld worden? Niet meer opgenomen worden in het ziekenhuis, dat had de huisarts ook aangegeven. Maar ook niet langer medicatie geven dan nodig is. Moeilijk om goed in te schatten, maar bespreekbaar maken, was erg belangrijk. Zoals, wanneer is dat moment dan? Wanneer wil hij niet meer behandeld worden? Dat is voor hem en dus ook voor haar duidelijk geworden. Namelijk, als hij niet meer van bed zou kunnen komen. Dan is het mooi geweest. Ook voor haarzelf duidelijk. Maar niet geheel onbelangrijk voor mevrouw, is de vraag hoe lang zij het wil volhouden. En kan zij dat alleen? Of wil zij hulp inschakelen? “Hmm, dat weet ik nog niet zo goed”, zei ze. “Ik laat hem wel eens alleen thuis, ook al is dat deels wel eng. Maar ik moet echt goed voor mezelf zorgen, anders ga ik er aan onder door. Hij blijft thuis totdat hij overlijdt, dat is zeker” Samen dit te bespreken, voelde goed. Hierover zegt ze vol overtuiging: “Dat zou iedereen moeten doen dit geeft rust! Ik zie wel tegen het sterven van hem op. Maar ik kan dat aan. Ik zeg eerlijk, ik zal ook blij zijn als het over is, dat zal een bevrijding zijn. Dat is moeilijk om hardop te zeggen. Maar ik doe het wel. Hij is een handenbinder geworden, door zijn ziekte. Hij kan er niets aan doen. Het is wat het is. Maar het is me wel helder geworden, dat ik straks gezond door moet kunnen”
Namens deze dappere vrouw van begin 80 mag ik dit verhaal delen. |